Winter Wonderland: Avonturen in de sneeuw in Oregon

Door Joost Daniels.

Eerste kerstdag, 2017: na een uitgebreid kerstontbijt stap ik in de auto om de drie uur durende rit naar Government Camp te beginnen. De rest van de familie heeft weinig zin om het warme huis te verlaten en de natte sneeuw in te stappen, laat staan in een tent te slapen in de sneeuw bij een temperatuur van min zeven graden Celsius.

Precies drie uur later sluit ik de autodeur achter me en hijs ik mijn rugzak op mijn rug. Mijn sneeuwschoenen, sneeuwschep en statief bungelen er losjes aan, de metalen spikes zitten al onder mijn zware wandelschoenen. Mijn bestemming: de top van Tom, Dick and Harry Mountain, die ruim 600 meter boven me uit torent. De veel hogere Mount Hood kan ik nog niet eens zien door de bomen, maar deze berg is de reden voor mijn trip: de piramidevormige vulkaan domineert het landscap van noordelijk Oregon. Althans, zolang het weer mee zit, hetgeen niet bepaald een vanzelfsprekendheid is in de natste staat van de VS.

Selfie met Mount Hood - Foto door Joost Daniels
Selfie met Mount Hood – Foto door Joost Daniels

Na een uurtje kom ik bij Mirror Lake aan. Althans, volgens het bordje, want het is inmiddels behoorlijk donker geworden; ik kan het zwakke schijnsel van de halve maan net zien door de bomen en de lichte mist. Ik laat het meertje – letterlijk – links liggen en volg een pad door de sneeuw dat duidelijk een stuk minder gebruikt wordt. Zo’n 100 meter verder zak ik om de twee stappen tot mijn kniën de sneeuw in, dus is het tijd voor mijn sneeuwschoenen. Onder het licht van mijn hoofdlamp ga ik gestaag langs de flank van de heuvel omhoog. Ik weet dat dit een tijdje zo doorgaat voordat het pad linksaf slaat voor de laatste etappe: de steile klim naar de top. Maar daar ben ik voorlopig nog niet! De bomen staan hier een stuk dichter bij elkaar, en door het gewicht van de sneeuw hangen de takken regelmatig lager dan schouderhoog over het pad. Kruipen dus, en continu een vers pak sneeuw in mijn nek. Maar dankzij de klim heb ik het helemaal niet koud. Na twintig minuten lijkt het pad op te houden. Het is duidelijk dat mijn voorgangers hier zijn omgekeerd, want voor me ligt alleen een vage greppel waar het pad zou moeten zijn, met een goed pak verse sneeuw erbovenop. Het lijkt erop dat ik vanavond de berg voor mij alleen heb!

Kamperen in de sneeuw - Foto door Joost Daniels
Kamperen in de sneeuw – Foto door Joost Daniels

Als ik uiteindelijk bij de top aankom is de mist dichter geworden, en om mij heen lichten de bevriezende mistdruppels op in het licht van mijn lampje. In de verte zie ik alleen het vage schijnsel van de lodge op de flank van Mount Hood, of het skidorpje Government Camp. Ik loop een stukje terug in breng een kwartiertje ‘quality time’ door met mijn sneeuwschep om een enigszins vlakke tentplek te maken. Een witte kerst is het zeker! Zodra ik mijn tent opgezet heb doe ik ik mijn drie truien over elkaar aan, een kook ik wat sneeuw voor mijn kerstdiner: gevriesdroogde lasagne. “Kan slechter”, denk ik bij mezelf. Na het eten verstop ik mijn beerbestendige etenston een eindje verderop en kruip ik in mijn slaapzak.

Mount Jefferson - Foto door Joost Daniels
Mount Jefferson – Foto door Joost Daniels

De volgende ochtend sta ik voor dag en dauw op; om zes uur sta ik naast mijn tent met alle kleren die ik heb meegenomen aan. Tegen de tijd dat ik weer op de top sta, zie ik al het vage schijnsel van de zon aan de oostelijke horizon. Mount Hood ligt voor me, de top zo’n 1900 meter boven me. Hier ben ik voor gekomen: blue hour, het moment dat het diffuse licht, weerkaatst door de atmosfeer, het landschap in een paarsig schijnsel baadt. Voorzichtig stap ik naar de rand van het plateau, ervoor zorgend dat ik geen sporen achterlaat in het beeld van mijn camera. Er is bijna geen wolkje aan de lucht. Ik kijk om me heen terwijl ik routinematig foto’s schiet met verschillende belichtingen en in verschillende richtingen om een 180 graden panorama te maken. Een wordt nu vlot lichter en ik herken Portland in de verte, en al gauw ook de andere vulkanen van het Cascade gebergte. Ik zie ze bijna allemaal: Mount Jefferson steekt in het zuiden boven de wolken uit, en in het noorden zie ik de toppen van Mount St. Helens, Mount Adams en zelfs Mount Rainier. “Dat is toch mooi zo’n 200 kilometer hier vandaan”, denk ik bij mezelf. Zodra de zon okomt maak ik nog een laatste serie foto’s. Vooral Mount Jefferson light er mooi bij in het roze licht. Daarna wordt het licht gauw feller en fletser, en terwijl mijn camera rustig doorklikt voor een timelapse, kook ik wat sneeuw zodat ik lekker warm drinkwater heb voor de route terug. Zodra ook dat gebeurd is, is het inpakken en wegwezen want de auto moet weer op tijd terug zijn voor de volgende familieaangelegenheid. De route omlaag gaat lekker vlot: niet alleen heb ik de zwaartekracht mee, maar mijn spoor van gisteravond helpt ook een stuk. Bij het meer ontmoet ik twee mannen die ook TDH op gaan; ze zijn er vroeg bij! Ik loop vlot rond het meer heen (veel meer dan een groot veld met sneeuw is het niet) en geniet nog even van een mooi uitzicht van Hood tussen de bomen door.

Terug bij de auto zie ik dat het 20 graden Fahrenheit is, bijna zeven graden Celsius onder nul. Boven op de berg moet het kouder zijn geweest, geen wonder dat ik het frisjes had in mijn tent! Ik graaf de auto uit (een sneeuwschuiver heeft me mooi ingeschoven) en rijd weer terug naar de familieaangeledenheden, terwijl mijn tenen langzaam ontdooien. Als ik terugben vertel ik kort over mijn trip: de nachtelijke klim, mijn koude slaapplek en het vroege opstaan. Gek genoeg heeft niemand spijt dat ze niet zijn meegegaan. Hopelijk brengen de foto’s ze op andere ideeën, denk ik bij mezelf.

Panorama - Foto door Joost Daniels
Panorama – Foto door Joost Daniels

Voor meer foto’s door Joost en voor fotoafdrukken, bezoek de website van Joost Daniels, of zijn Instagram account.